Dinsdag beginnen – alweer – onderhandelingen tussen de Raad van Bestuur van de
Amerikaanse automaker General Motors en de Duitse regering. En – alweer –
kondigen analisten en "bronnen dichtbij de onderhandelingen" aan
dat nú echt de beslissing zal vallen wie Opel gaat overnemen. Misschien
hebben ze gelijk, maar waarschijnlijk niet.
Voorlopig geen beslissing
De verkoopdatum van de automaker is nog lang niet verlopen. De Duitse
regering en GM wachten af en lekken ondertussen plannen en proefballonnetjes
via "betrouwbare bronnen".
Opel kan het, met dank aan de succesvolle slooppregeling die de autoverkopen
opstuwde, in ieder geval nog tot februari uitzingen.
En bondskanselier Angela Merkel zit niet te wachten op een debacle met
duizenden ontslagen rondom Opel net voor de verkiezingen op 27 september.
Tot die tijd hoeft er dus geen beslissing te vallen.
Maar wat hebben de Duitse verkiezingen met de verkoop van Opel te maken? Opel
is eigendom van het noodlijdende GM. De autofabrikant, die op 10 juli een
doorstart maakte na een faillissement. GM moet bezuinigen, en zoekt een
koper voor zijn Europese merken.
Voor Opel/Vauxhall meldden zich aanvankelijk vier kopers. Daarvan zijn er,
nadat Fiat zich dinsdag definitief terugtrok, twee over: het
Oostenrijks-Canadees-Russische consortium rondom auto-onderdelenmaker Magna,
en de Belgische investeringsmaatschappij RHJ, die gesteund wordt door het
Amerikaanse opkoopfonds Ripplewood.
Duitsland en GM
Maar GM kan niet in zijn eentje beslissen over een koper. De Duitse regering
heeft een stevige, zo niet beslissende vinger in de pap. Zonder een
overbruggingskrediet en de staatsgaranties van de Duitse staat, kan Opel
namelijk niet worden verkocht, dan is het bedrijf niet levensvatbaar. Dus
moeten GM en de Duitse regering samen tot een besluit komen.
En dat is moeilijk. Want de belangen van GM en van de Duitse regering lopen
uiteen. GM wil een gezond bedrijf worden en na de crisis zichzelf
terugknokken naar hun voormalige nummer één positie in de wereld. De Duitse
regering wil de Duitse economie op de been houden en 25 duizend Duitse
Opelbanen redden.
Magna gokt op Rusland
De Duitse regering is groot fan van het voorstel van het consortium van de
Oostenrijks-Canadese auto-onderdelenmaker Magna en de Russische staatsbank
Sberbank. Dat consortium ziet grote mogelijkheden voor Opel in Europa en
vooral in Rusland.
Daarom denkt de Magna-groep dat ze het grootste deel van de banen in Duitsland
kunnen behouden. Ook de Duitse vakbond heeft zich achter het bod van Magna
geschaard en dreigt met "spectaculaire acties" als die overname
niet doorgaat.
In ruil voor de overname eist het Magna-consortium toegang tot en recht op
gebruik van alle patenten en licenties van GM die te maken hebben met Opel,
wil het de groep de merknaam Chevrolet voeren, toestemming om te verkopen
via de Russische GM dealers en een nieuwe fabriek in Rusland neerzetten om
daar, samen met de Russische automaker GAZ, Opels te gaan bouwen.
Chevrolet is een topmerk van GM en één van de grootste buitenlandse merken in
Rusland. Zonder Chevrolet kan GM de Russische markt, één van de laatste
grote groeimarkten ter wereld, wel vergeten.
RHJ: afslanken, opknappen en verkopen
General Motors is daarom meer gecharmeerd van het bod van de Belgische
investeringsmaatschappij RHJ.
RHJ is vooral geïnteresseerd in het maken van een snelle winst, niet in de
kennis of het marktpotentieel van het Duitse merk. RHJ wil Opel opkopen,
afslanken en met winst verkopen - en de groep is bereid om GM de eerst
optie op (terug)koop te gunnen. GM heeft wel oren naar zo'n
voorrangspositie.
Faillissement voor Opel
De Duitse regering heeft al haar kaarten op tafel gelegd. Maar GM heeft nóg
een optie. Als Opel failliet gaat, kan GM het Duitse merk zelf houden.
In de Verenigde Staten zijn kleinere en zuinigere auto's sinds de hoge
olieprijs van 2008 steeds populairder geworden. De Amerikaanse merken van GM
maken deze auto's niet, maar Opel wel. Het zou dus weleens veel slimmer
kunnen zijn om die kennis in huis te houden in plaats van te verkopen.
Simpelweg Opel niet verkopen is geen optie. GM kan niet eens op eigen benen
staan. Het Amerikaanse bedrijf overleeft door de kredieten en garanties die
het heeft gekregen van de Amerikaanse regering. En de regering Obama wil
niet dat Duitse banen worden gered met Amerikaans belastinggeld.
Maar GM kan Opel wél houden als het Duitse merk failliet gaat. Dan kan GM Opel
afslanken door een aantal van de negen Europese fabrieken te sluiten. De
Amerikaanse autofabrikant houdt dan zelf alle touwtjes in handen, brengt
kleine auto's naar de Amerikaanse klanten en bestormt de Russische markt.
Geduld is een schone zaak
Dat klinkt als een ideaal plaatje voor GM, maar dat heeft tijd nodig. De
juiste mensen moeten worden gemasseerd, en het moet erop lijken dat alle
alternatieve wegen zijn bewandeld.
Voor de Duitse regering is het vooral belangrijk dat een Opel in ieder geval
niet vóor 27 september failliet gaat. Tot die tijd zal de staat haar
spierballen tonen om de Duitse kiezers vertrouwen in te boezemen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl